Hoe wij naar kinderen kijken
Wij benaderen de kinderen en respecteren hen als mensen met hun verschillende emoties en hun
verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden.
Wij nemen de verschillende emoties van kinderen zoals verdriet, angst, pijn, boosheid, geluk, plezier of
tevredenheid serieus. Wij doen dat onder meer door deze gevoelens te observeren en bewust op te merken
en deze onder woorden te brengen. Als het kind oud genoeg is, vragen wij aan het kind of we de uitdrukking
op hun gezicht goed begrepen hebben.
Wij gaan er vanuit dat een kind leert dat het door benoemen van gevoelens meer vat op zijn of haar eigen
emoties kan krijgen. Veroorzaken boosheid of andere gevoelens gedrag dat andere kinderen of de
pedagogischmedewerkster angstig maakt of pijn bezorgt, dan helpen wij het kind dit gedrag te voorkomen
en een andere manier te vinden waarop het zijn of haar gevoelens kan uiten. In het algemeen vinden wij dat
de uitdrukking: “Niets aan de hand “, nooit de manier is om een kind te benaderen.
Wij gaan er vanuit dat een kind altijd een reden heeft om te huilen, te schoppen of te slaan, of om een
knuffel te willen geven.
Ieder kind ontwikkeld zijn verstandelijke en lichamelijke mogelijkheden op zijn of haar eigen tempo.
Nooit is de handigheid van een leeftijdgenootje maatstaf. Sneller is niet beter; het belangrijkste is het plezier
van het kind wanneer het iets nieuws kan.
Wij spreken de kinderen aan op hun mogelijkheden. Door dingen van een kind op te vragen, laat de leidster
merken dat ze vertrouwen heeft in de mogelijkheden van het kind. Loopt het goed af, dan geeft dat het kind
plezier en een tevreden gevoel: “Dat kan ik! “
Wij spreken de kinderen in hoofdzaak aan als individu, dit omdat de nul tot vier jarigen in deze fase
van hun ontwikkeling in eerste instantie gericht zijn op zichzelf en daarna zichzelf leren kennen.
De meeste kinderen zijn al vanaf hun 3e maand oud bij ons in het kinderdagverblijf. Dan moet het
zelfbewust zijn nog ontstaan. Baby’s gaan ervaren dat ze zelf iets in gang kunnen zetten. ( Bijvoorbeeld
maaien met een arm, waardoor een belletje gaat rinkelen; huilen, waarna er iemand komt, zodat een
onaangename ervaring verdwijnt en er iets aangenaams voor in de plaats komt. Het kind ervaart dat
wanneer het iets doet, dat het iets anders tot gevolg heeft. Het bouwt zelfvertrouwen op doordat de dingen
voorspelbaar worden voor het kind.
Het krijgt plezier in zijn of haar eigen prestatie. Het vermogen om zich te kunnen verplaatsen in de gevoelens
van een ander of wat eigen gedrag voor een ander betekent, komt pas veel later op gang.
Wilt u ook weten wat onze inbreng in de opvoeding van uw kind is?
Via deze link komt u terecht bij het pdf bestand, waarin wij dit onderwerp beschrijven.
Voor meer informatie over onze visie op de ontwikkeling van uw kind kunt u deze link gebruiken.
“Zelf schrijven, een schrift, een stift.
opperste concentratie !”
“De paardjes en de boerderijdieren,
kinderen kunnen er
een poos zoet mee zijn!”
Samen muziek maken is erg leuk !